Een kluis in het lagere segment tot ongeveer 10.000 waardebergingsindicatie wordt een privékluis genoemd. De term waardeberging voor een kluis is een beetje een verouderde indicatie. Op veel plaatsen wordt het echter nog gebruikt. Voor de duidelijkheid kun je voor één privé kluis 3 waardebergingsindicaties terugvinden. Het bedrag dat je aan geld zou mogen opbergen, het bedrag aan kostbaarheden dat je zou mogen opbergen en het bedrag dat je in België er in mag doen . In de tijd van de waardebergingsindicatie, trof je privékluizen aan met 1000, 2500, 5000, 7000 of 9000 waardebergingsindicatie (Voor Nederland, betreffende contant geld).
Het betreft hier kluizen die niet daadwerkelijk werden getest, maar punten verdienden door bepaalde eigenschappen toe te voegen. Zo krijg je extra punten voor het dubbelwandig zijn, schoten die kunnen roteren, de dikte van schoten en het aantal. Zo wordt een theoretische inbraakwerendheid verkregen. Binnen deze classificatie, zijn privékluizen vanaf 5000 waardeberging serieus te nemen. Daaronder is het virtuele inbraakwering, geschikt tegen het weggraaien van geld. De inschaling volgens de NCP norm Safe 1 t/m 4 zijn met ingang van 1 januari 2016 ook verdwenen.
Koop voor thuis geen kluis met een waardeberging van 1000 of 2500. Dat is zonde van het geld. Een privékluis koop je voor jaren gebruik en je kunt hem meenemen naar een volgend huis.
Je kunt natuurlijk een goedkoop kluisje in de kast van je slaapkamer zetten om gevonden te worden en daar 10kg aan oud ijzer en papier in opbergen. De kans is groot dat de inbreker deze dan als buit meeneemt en de rest laat liggen.
De actuele certificering van privékluizen kent in het ondersegment twee classificaties: Securitylevel 1: (Waardeberging contant geld: 2500) en securitylevel 2: (Waardeberging contant geld: 5000). Daarboven worden de kluizen getest door een officieel testinstituut en krijgen ze een Euroklasse 0 t/m VII label dat overeenkomt met Grade 0 t/m VII.
De Grade 0 privékluis is dus een stuk beter dan een securitylevel 2.